De financiële markten zetten februari even positief in als begin januari, tot de uitbraak van het coronavirus in Europa ernstiger dan verwacht bleek te zijn. Italië was daarbij het zwaarst getroffen land. Het optimisme van de markten maakte plaats voor onzekerheid, omdat beleggers moeilijk konden vatten hoe snel het virus zich verspreidde en vreesden voor een grote wereldwijde economische schok.
De meeste aandelenindices doken naar beneden en wisten maanden van positieve resultaten in een paar dagen tijd. De MSCI Europe eindigde de maand op -8,7 % en de S&P 500 leverde in februari -8,41 % op.
Terwijl de beleggers wachtten op een tussenkomst van de overheid om de neergang te stoppen en de economie een boost te geven, bereikte de Amerikaanse 10-jaarsrente een nieuw historisch dieptepunt door de sterke vlucht naar kwaliteitsvolle activa.
De grondstoffen werden niet gespaard, omdat de meeste futureprijzen de risicoaverse trend volgden. De olieprijzen vielen met -13 %, omdat men een enorme daling van de vraag verwachtte.
De index HFRX Global Hedge Fund EUR daalde de voorbije maand met -1,75 %.
Long/short-aandelenstrategie
Eind februari was een moeilijke periode voor de long/short-fondsen. Tijdens de laatste week van februari moesten ze gemiddeld bijna 3 % inleveren, waardoor de brutorendementen vanaf het begin van de maand op -2 % eindigden. Hoewel de S&P diep in het rood stond, schrikte dat hedgefondsen niet af, want zij waren vrij grote nettoaankoper van Amerikaanse aandelen.
Volgens de eerste makelaarsgegevens bleven de Europagerichte fondsen achter bij strategieën die in de VS en Azië belegden, omdat het oude continent door het coronavirus werd getroffen. De Europese long/short-aandelenbeheerders leverden in februari gemiddeld -3,04 % op, gevolgd door Amerikaanse long/short-fondsen die -1,94 % optekenden, terwijl de Aziatische long/short-fondsen gemiddeld met +0,94 % stegen. Tijdens de laatste week van de maand daalde de gemiddelde brutoblootstelling van Amerikaanse long/short-fondsen met -8 % w-o-w tot 190 % en de gemiddelde nettoblootstelling viel terug met -7 % w-o-w tot 44 %. De Europese gemiddelde brutohefboom zakte met 4 % w-o-w tot 210 % en de gemiddelde nettoblootstelling daalde met -1 % w-o-w tot 34 %, terwijl de Aziatische brutoblootstelling stabiel bleef.
Tijdens de laatste week van februari sloten de 50 meest frequente longposities de week trouwens 11 % lager af, maar eindigden de 50 meest frequent geshorte posities slechts 9 % lager en compenseerden ze dat verlies niet helemaal. Het leverde een long/short spread van -2 % op. De omgeving wordt lastig tot ze stabiliseert of een bodem vindt. Toch kunnen beheerders het kapitaal beschermen door hun nettoblootstelling te verminderen en geld te verdienen aan hun shortboek. Een evenwichtige portefeuille van long- en shortbeleggingskansen is mogelijk beter in staat om een moeilijke marktomgeving te doorstaan.
Global Macro
Februari was een lastige maand voor global-macro-strategieën, omdat niet veel beleggers rekening hadden gehouden met zo’n snelle verspreiding van het virus over de wereld. Nadat de markt eind januari negatief had gereageerd op de bekendmaking van de epidemie in China, herstelde ze sterk dankzij de goede bedrijfswinsten en verbeterende economische cijfers. De mogelijke negatieve gevolgen van onderbrekingen door het virus op de economische productie waren een zware klap voor vele beheerders. Ook al waren de prestaties gemiddeld negatief, toch waren ze versnipperd door de heterogene positionering van de portefeuilles. Gezien de hoge volatiliteit en de toekomstige onzekerheid herbekijken de beheerders hun huidige posities en verminderen ze de risico’s. Ze wachten tot overheden hun steunprogramma’s bekendmaken om de risico’s te vergroten. Voor de uitbraak van het coronavirus leken beleggers Azië en Latijns-Amerika meer en meer als beleggingskansen voor 2020 te zien. Tot die gezondheidscrisis helemaal onder controle is, zijn de vooruitzichten iets troebeler. Daarom gaat onze voorkeur uit naar discretionaire opportunistische beheerders. Die beheerders kunnen hun analytische vaardigheid en ervaring benutten om winsten te genereren vanuit een paar grote kansen op de wereldmarkt.
Kwantitatieve strategieën
De kortlopende trendvolgende modellen behaalden goede resultaten in februari. Ze wisselden immers snel van long- naar shortposities in aandelenindices en bleven long in obligaties. De forse ommekeren van de markt en de toenemende correlaties van de markten speelden in het nadeel van langer lopende kwantitatieve modellen en strategieën in statistische arbitrage. De break-outmodellen bleven in februari sterk presteren. De technologische vooruitgang heeft het makkelijker gemaakt om een kwantitatieve beheerder te worden, maar de stijgende kosten van gegevens, talent en de oprichting hebben het heel moeilijk gemaakt om tot de elite van winnaars te behoren.
Fixed Income Arbitrage
In het algemeen werden vele andere markten op de obligatiemarkt in februari risicoavers omdat men zich zorgen maakte over de impact van het coronavirus op de wereldwijde groei. De Amerikaanse rentecurve steeg en vervlakte vervolgens, omdat beleggers naar veilige activa vluchtten en de volatiliteit van de Amerikaanse rente toenam over de hele curve. Terwijl die evolutie sneller plaatsvond, verruimde de basis tussen de goedkoopste om te leveren en de futures een beetje, net als de OIS-Libor-basis.
Groeilanden
De prestaties van beheerders voor de groeilanden liepen sterk uiteen naargelang van de positionering van het fonds en de regio waarop ze zich richtten. De terugval van de energieprijzen en de onderbreking van de toeleveringsketens waren de belangrijkste verstorende factoren in februari. Gemiddeld genomen waren de groeilandstrategieën evenwel vrij sterk tijdens de eerste golf van risicoaversie. Nu toont het grote plaatje dat de onzekerheid groter dan ooit is. We zien grote marktverstoringen die kansen voor de strategie scheppen, maar we moeten wachten tot het stof gaat liggen om wat meer duidelijkheid te krijgen.
Risicoarbitrage - Event-driven
Tijdens een heel uitdagende maand boekten de strategieën in risicoarbitrage licht negatieve resultaten, waarmee ze hun weerstand tegenover de algemene richting van de aandelenmarkten bewezen. De negatieve w&v die door longposities in bijzondere situaties waren gecreëerd, werden door markthedges gecompenseerd, terwijl transacties in de arbitrage in fusies de prestaties naar beneden haalden door de ruimere spreads. Ondanks de woelige markten bleef de activiteit in F&O’s gezond, waarbij overnemers hun kans zagen om doelbedrijven tegen gunstiger koersen te kopen.
Distressed
De distressed strategieën deden het vorig jaar niet goed. De resultaten leden onder specifieke situaties zoals het faillissement van PG&E, en omdat beleggers terughoudend waren om te gokken op complexe situaties in tijden van grote onzekerheid. Het herstel van 2019 ging gepaard met minder financiële steun voor de meer gecompliceerde delen van het kredietspectrum. In de VS verhandelen CCC-obligaties nu boven een spread van 1000 bp. Als het wanbetalingspercentage van bedrijfsobligaties in de komende 2 jaar begint te stijgen, dan wordt het kredietrisico naar verwachting opnieuw verrekend in het volledige kredietspectrum. De beheerders vergroten nu de hoeveelheid cash, zodat ze voldoende bluspoeder overhouden, en wachten om de portefeuille opnieuw te vullen met nieuwe uitgiften die op de markt voor noodlijdende kredieten terechtkomen. We volgen de beheerders van noodlijdend krediet op de voet op, omwille van de potentieel hoge verwachte rendementen, maar blijven in het algemeen aan de zijlijn staan.
Long/short-kredietstrategieën & hoogrentend krediet
Ondanks de iets hogere volatiliteit blijven de spreads krap dankzij de jacht op rendement. We zijn dus nog altijd onderwogen, want er schuilt weinig tot geen soelaas in short gaan op de kredietmarkt, waar de vraag groot is en de negatieve kosten van de carry vrij duur zijn.