Op enkele dagen van een nieuwe btw-verhoging ligt deze vraag op ieders lippen: gaat de groei in het vierde kwartaal van 2019 in dezelfde mate krimpen als tijdens het tweede kwartaal van 2014? Toen verhoogde de regering de btw-voet met 3 procentpunten, van 5 naar 8 %. Terwijl de groei aan het begin van 2014 werd ondersteund, omdat de huishoudens hun aankopen voor de btw-verhoging planden, kromp de activiteit tijdens het tweede kwartaal bruusk (geannualiseerd -7,3 % t.o.v. het vorige kwartaal) (grafiek 1).
De schok zou deze keer minder groot moeten zijn, en dat om verschillende redenen. Ten eerste is de btw-verhoging iets zwakker (2 procentpunten, van 8 naar 10 %) en reikt ze minder ver (voedingsproducten, bepaalde krantenabonnementen ... zijn ervan vrijgesteld). Verder is het consumentenvertrouwen, net als in 2014, gevoelig gedaald, maar de vervroegde aankopen zijn deze keer minder omvangrijk ... waardoor de weerslag wellicht minder sterk is. Maar bovenal heeft de regering maatregelen ten belope van 1 procent van het bbp (volgens haar schattingen) genomen. Iets meer dan de helft daarvan wordt besteed aan de vermindering van de school- en medische kosten, terwijl de laagste pensioenen worden opgetrokken. De regering heeft ook tijdelijke maatregelen voorzien om de consumptie te ondersteunen, evenals openbare werken om rampen te voorkomen.
Die steunmaatregelen zijn heel welkom. Maar aangezien de groei al lijdt onder de Chinees-Amerikaanse handelsoorlog, de spanningen met Zuid-Korea en de wereldwijde groeivertraging, volstaan die maatregelen mogelijk niet om een groeivertraging in Japan te verhinderen. In 2020 ligt de gemiddelde groei wellicht amper boven 0 %.